rouwklagen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | rouwklaag | rouwklaagde | heb gerouwklaagd |
jij, je, u | rouwklaagt | rouwklaagde | hebt gerouwklaagd |
hij, zij, het | rouwklaagt | rouwklaagde | heeft gerouwklaagd |
wij | rouwklagen | rouwklaagden | hebben gerouwklaagd |
jullie | rouwklagen | rouwklaagden | hebben gerouwklaagd |
zij, ze | rouwklagen | rouwklaagden | hebben gerouwklaagd |
PresensBeta
Example presens sentences for Rouwklagen with some of the pronouns.
- Ik rouwklagen over het verlies van mijn vriend.
- Jij rouwklagen vaak over kleine dingen.
- Hij/zij rouwklagen altijd als er iets misgaat.
- Wij rouwklagen samen over het einde van de zomer.
- Zij rouwklagen luidruchtig tijdens de begrafenis.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Rouwklagen with some of the pronouns.
- Ik rouwklagen vaak toen ik jong was.
- Jij rouwklagen gisteren over je werk.
- Hij/zij rouwklagen regelmatig over zijn gezondheid.
- Wij rouwklagen vroeger veel over school.
- Zij rouwklagen altijd als ze ruzie hebben.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Rouwklagen with some of the pronouns.
- Ik heb gerouw klaagd over de situatie.
- Jij hebt al eerder gerouw klaagd over dit onderwerp.
- Hij/zij heeft de hele dag gerouw klaagd.
- Wij hebben uitgebreid gerouw klaagd op de bijeenkomst.
- Zij hebben veel gerouw klaagd over het slechte weer.