russificeren

Conjugations List of Russificeren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikrussificeerrussificeerdeheb gerussificeerd
jij, je, urussificeertrussificeerdehebt gerussificeerd
hij, zij, hetrussificeertrussificeerdeheeft gerussificeerd
wijrussificerenrussificeerdenhebben gerussificeerd
jullierussificerenrussificeerdenhebben gerussificeerd
zij, zerussificerenrussificeerdenhebben gerussificeerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Russificeren with some of the pronouns.

  • Ik russificeer de Nederlandse woorden in mijn les.
  • Jij russificeert je naam voor het Russische paspoort.
  • Hij/Zij russificeert de tekst van het boek.
  • Wij russificeren de menukaart van het restaurant.
  • Zij russificeren de namen van de straten in de stad.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Russificeren with some of the pronouns.

  • Ik russificeerde de Nederlandse woorden in mijn les.
  • Jij russificeerde je naam voor het Russische paspoort.
  • Hij/Zij russificeerde de tekst van het boek.
  • Wij russificeerden de menukaart van het restaurant.
  • Zij russificeerden de namen van de straten in de stad.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Russificeren with some of the pronouns.

  • Ik heb de Nederlandse woorden in mijn les gerussificeerd.
  • Jij hebt je naam voor het Russische paspoort gerussificeerd.
  • Hij/Zij heeft de tekst van het boek gerussificeerd.
  • Wij hebben de menukaart van het restaurant gerussificeerd.
  • Zij hebben de namen van de straten in de stad gerussificeerd.