sauveren

Conjugations List of Sauveren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iksauveersauveerdeheb gesauveerd
jij, je, usauveertsauveerdehebt gesauveerd
hij, zij, hetsauveertsauveerdeheeft gesauveerd
wijsauverensauveerdenhebben gesauveerd
julliesauverensauveerdenhebben gesauveerd
zij, zesauverensauveerdenhebben gesauveerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Sauveren with some of the pronouns.

  • Ik sauveer de documenten voor mijn collega.
  • Jij sauveert je geld in een spaarrekening.
  • Hij sauveert zijn energie voor de wedstrijd.
  • Zij sauveert haar tijd door efficiënt te werken.
  • We sauveren onze reputatie door goede klantenservice.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Sauveren with some of the pronouns.

  • Ik sauveerde de documenten voor mijn collega.
  • Jij sauveerde je geld in een spaarrekening.
  • Hij sauveerde zijn energie voor de wedstrijd.
  • Zij sauveerde haar tijd door efficiënt te werken.
  • We sauveerden onze reputatie door goede klantenservice.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Sauveren with some of the pronouns.

  • Ik heb de documenten gesauveerd voor mijn collega.
  • Jij hebt je geld gesauveerd in een spaarrekening.
  • Hij heeft zijn energie gesauveerd voor de wedstrijd.
  • Zij heeft haar tijd gesauveerd door efficiënt te werken.
  • We hebben onze reputatie gesauveerd door goede klantenservice.