slaven
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | slaaf | slaafde | heb geslaafd |
jij, je, u | slaaft | slaafde | hebt geslaafd |
hij, zij, het | slaaft | slaafde | heeft geslaafd |
wij | slaven | slaafden | hebben geslaafd |
jullie | slaven | slaafden | hebben geslaafd |
zij, ze | slaven | slaafden | hebben geslaafd |
PresensBeta
Example presens sentences for Slaven with some of the pronouns.
- Ik slaaf elke dag in de tuin.
- Jij slaaft hard op je werk.
- Hij/Zij/Het slaaft voor zijn/haar studie.
- Wij slaven samen aan dit project.
- Zij slaven om het huis schoon te houden.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Slaven with some of the pronouns.
- Ik slafte vroeger in de tuin.
- Jij slafte hard op je werk toen je jonger was.
- Hij/Zij/Het slafte voor zijn/haar studie in die tijd.
- Wij slafte samen aan dat project vorig jaar.
- Zij slafte altijd om het huis schoon te houden.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Slaven with some of the pronouns.
- Ik heb geslaafd in de tuin.
- Jij hebt hard geslaafd op je werk.
- Hij/Zij/Het heeft geslaafd voor zijn/haar studie.
- Wij hebben samen geslaafd aan dit project.
- Zij hebben geslaafd om het huis schoon te houden.