toestromen

Conjugations List of Toestromen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikstroom toestroomde toeben toegestroomd
jij, je, ustroomt toestroomde toebent toegestroomd
hij, zij, hetstroomt toestroomde toeis toegestroomd
wijstromen toestroomden toezijn toegestroomd
julliestromen toestroomden toezijn toegestroomd
zij, zestromen toestroomden toezijn toegestroomd

Presens
Beta

Example presens sentences for Toestromen with some of the pronouns.

  • De studenten stromen toe naar de collegezaal.
  • Het water stroomt in de rivier.
  • Ik stroom toe naar het feest.
  • De bezoekers stromen toe naar het museum.
  • De aanmeldingen stromen toe voor de cursus.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Toestromen with some of the pronouns.

  • Vroeger stroomden de studenten toe naar de collegezaal.
  • Het water stroomde in de rivier.
  • Ik stroomde toe naar het feest.
  • De bezoekers stroomden toe naar het museum.
  • De aanmeldingen stroomden toe voor de cursus.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Toestromen with some of the pronouns.

  • De studenten zijn naar de collegezaal toegestroomd.
  • Het water is in de rivier gestroomd.
  • Ik ben naar het feest toegestroomd.
  • De bezoekers zijn naar het museum toegestroomd.
  • De aanmeldingen zijn voor de cursus toegestroomd.