schiemannen

Conjugations List of Schiemannen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikschiemanschiemandeheb geschiemand
jij, je, uschiemantschiemandehebt geschiemand
hij, zij, hetschiemantschiemandeheeft geschiemand
wijschiemannenschiemandenhebben geschiemand
jullieschiemannenschiemandenhebben geschiemand
zij, zeschiemannenschiemandenhebben geschiemand

Presens
Beta

Example presens sentences for Schiemannen with some of the pronouns.

  • Ik schiemannen regelmatig met mijn vrienden.
  • Jij schiemannen vaak in het weekend.
  • Hij schiemannen graag op zee.
  • Wij schiemannen met veel plezier tijdens onze vakanties.
  • Zij schiemannen altijd samen als een team.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Schiemannen with some of the pronouns.

  • Vroeger schiemande ik vaak met mijn buurjongen.
  • Toen ik jong was, schiemanden wij elke zomer op het meer.
  • Hij schiemande altijd met zijn hond aan zijn zijde.
  • Zij schiemanden vroeger competitief in wedstrijden.
  • In mijn jeugd schiemanden wij regelmatig op de Noordzee.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Schiemannen with some of the pronouns.

  • Ik heb geschiemannet met mijn broer.
  • Jij hebt al veel geschiemannet in je leven.
  • Hij is gisteren voor het eerst geschiemannet.
  • Wij hebben samen geschiemannet op de rivier.
  • Zij zijn vorig jaar naar Spanje geschiemannet.