scholen

Conjugations List of Scholen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikschoolschooldeheb geschoold
jij, je, uschooltschooldehebt geschoold
hij, zij, hetschooltschooldeheeft geschoold
wijscholenschooldenhebben geschoold
julliescholenschooldenhebben geschoold
zij, zescholenschooldenhebben geschoold

Presens
Beta

Example presens sentences for Scholen with some of the pronouns.

  • De kinderen scholen zich in de klas.
  • Ik schol me bij een taalcursus.
  • Jij scholt je vaak voor de les begint.
  • Hij scholt zich graag met zijn vrienden.
  • Wij scholen ons in nieuwe technologieën.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Scholen with some of the pronouns.

  • De kinderen scholden zich vroeger in de klas.
  • Ik schold me vaak bij taalcursussen.
  • Jij schold je regelmatig voor de les.
  • Hij schold zich vroeger graag met zijn vrienden.
  • Wij scholden ons vroeger in nieuwe technologieën.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Scholen with some of the pronouns.

  • De kinderen hebben zich in de klas geschoold.
  • Ik heb me bij een taalcursus geschoold.
  • Jij bent je vaak voor de les begonnen te scholen.
  • Hij heeft zich graag met zijn vrienden geschoold.
  • Wij hebben ons in nieuwe technologieën geschoold.