schuilgaan

Conjugations List of Schuilgaan.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikga schuilging schuilben schuilgegaan
jij, je, ugaat schuilging schuilbent schuilgegaan
hij, zij, hetgaat schuilging schuilis schuilgegaan
wijgaan schuilgingen schuilzijn schuilgegaan
julliegaan schuilgingen schuilzijn schuilgegaan
zij, zegaan schuilgingen schuilzijn schuilgegaan

Presens
Beta

Example presens sentences for Schuilgaan with some of the pronouns.

  • Ik schuilga in het bos tijdens de spelletjes.
  • Jij gaat schuil in de kast als we verstoppertje spelen.
  • Hij of zij verstopt zich altijd goed en gaat onopgemerkt schuil.
  • Wij gaan schuil onder de paraplu tijdens de regenbui.
  • Jullie schuilen vaak in de grot tijdens het verkennen van de bergen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Schuilgaan with some of the pronouns.

  • Toen ik jong was, verstopte ik me vaak en ging ik schuil achter de bank.
  • Vroeger verstopte jij je altijd en ging je schuil in de speeltuin.
  • Hij of zij verstopte zich graag en ging schuil in de kelder.
  • Wij verstopten ons in het bos en gingen schuil voor onze vrienden.
  • Jullie verstopten je in de klas en gingen schuil voor de leraar.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Schuilgaan with some of the pronouns.

  • Ik ben geschuild in de schuur toen het begon te regenen.
  • Jij bent goed geschuild tijdens de storm gisteren.
  • Hij of zij heeft zich verstopt en is onopgemerkt geschuild.
  • Wij hebben geschuild in het café tot de bui voorbij was.
  • Jullie zijn veilig geschuild in de bunker tijdens de oorlog.