seconderen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | secondeer | secondeerde | heb gesecondeerd |
jij, je, u | secondeert | secondeerde | hebt gesecondeerd |
hij, zij, het | secondeert | secondeerde | heeft gesecondeerd |
wij | seconderen | secondeerden | hebben gesecondeerd |
jullie | seconderen | secondeerden | hebben gesecondeerd |
zij, ze | seconderen | secondeerden | hebben gesecondeerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Seconderen with some of the pronouns.
- Ik secondeer de beslissing van mijn collega.
- Jij secondeert altijd de meningen van anderen.
- Hij/zij/secondeert de voorstellen van de teamleden.
- Wij seconderen het plan van aanpak.
- Jullie seconderen vaak de standpunten van de directie.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Seconderen with some of the pronouns.
- Ik secondeerde de beslissing van mijn collega.
- Jij secondeerde altijd de meningen van anderen.
- Hij/zij secondeerde de voorstellen van de teamleden.
- Wij secondeerden het plan van aanpak.
- Jullie secondeerden vaak de standpunten van de directie.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Seconderen with some of the pronouns.
- Ik heb de beslissing van mijn collega gesecondeerd.
- Jij hebt altijd de meningen van anderen gesecondeerd.
- Hij/zij heeft de voorstellen van de teamleden gesecondeerd.
- Wij hebben het plan van aanpak gesecondeerd.
- Jullie hebben vaak de standpunten van de directie gesecondeerd.