segmenteren
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | segmenteer | segmenteerde | heb gesegmenteerd |
| jij, je, u | segmenteert | segmenteerde | hebt gesegmenteerd |
| hij, zij, het | segmenteert | segmenteerde | heeft gesegmenteerd |
| wij | segmenteren | segmenteerden | hebben gesegmenteerd |
| jullie | segmenteren | segmenteerden | hebben gesegmenteerd |
| zij, ze | segmenteren | segmenteerden | hebben gesegmenteerd |
Presens
Example presens sentences for Segmenteren with some of the pronouns.
- Ik segmenteer de gegevens voor mijn onderzoek.
- Jij segmenteert de klanten in verschillende doelgroepen.
- Hij segmenteert de markt op basis van demografische gegevens.
- Wij segmenteren de tekst in verschillende alinea's.
- Zij segmenteren de afbeelding in verschillende delen.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Segmenteren with some of the pronouns.
- Ik segmenteerde de gegevens voor mijn onderzoek.
- Jij segmenteerde de klanten in verschillende doelgroepen.
- Hij segmenteerde de markt op basis van demografische gegevens.
- Wij segmenteerden de tekst in verschillende alinea's.
- Zij segmenteerden de afbeelding in verschillende delen.
Perfectum
Example perfectum sentences for Segmenteren with some of the pronouns.
- Ik heb de gegevens gesegmenteerd voor mijn onderzoek.
- Jij hebt de klanten in verschillende doelgroepen gesegmenteerd.
- Hij heeft de markt op basis van demografische gegevens gesegmenteerd.
- Wij hebben de tekst in verschillende alinea's gesegmenteerd.
- Zij hebben de afbeelding in verschillende delen gesegmenteerd.