slachtofferen
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | slachtoffer | slachtofferde | heb geslachtofferd |
| jij, je, u | slachtoffert | slachtofferde | hebt geslachtofferd |
| hij, zij, het | slachtoffert | slachtofferde | heeft geslachtofferd |
| wij | slachtofferen | slachtofferden | hebben geslachtofferd |
| jullie | slachtofferen | slachtofferden | hebben geslachtofferd |
| zij, ze | slachtofferen | slachtofferden | hebben geslachtofferd |
PresensBeta
Example presens sentences for Slachtofferen with some of the pronouns.
- Ik slachtoffer
- Jij slachtoffert
- Hij/Zij/Het slachtoffert
- Wij slachtofferen
- Jullie slachtofferen
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Slachtofferen with some of the pronouns.
- Ik slachtofferde
- Jij slachtofferde
- Hij/Zij/Het slachtofferde
- Wij slachtofferden
- Jullie slachtofferden
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Slachtofferen with some of the pronouns.
- Ik heb geslachtofferd
- Jij hebt geslachtofferd
- Hij/Zij/Het heeft geslachtofferd
- Wij hebben geslachtofferd
- Jullie hebben geslachtofferd