vooruithelpen

Conjugations List of Vooruithelpen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikhelp vooruithielp vooruitheb vooruitgeholpen
jij, je, uhelpt vooruithielp vooruithebt vooruitgeholpen
hij, zij, hethelpt vooruithielp vooruitheeft vooruitgeholpen
wijhelpen vooruithielpen vooruithebben vooruitgeholpen
julliehelpen vooruithielpen vooruithebben vooruitgeholpen
zij, zehelpen vooruithielpen vooruithebben vooruitgeholpen

Presens
Beta

Example presens sentences for Vooruithelpen with some of the pronouns.

  • Ik help hem vooruit in zijn studie.
  • Jij helpt je vrienden vooruit met hun project.
  • Hij helpt zijn collega's vooruit bij het oplossen van problemen.
  • Wij helpen de gemeenschap vooruit door vrijwilligerswerk te doen.
  • Zij helpen de klanten vooruit met hun vragen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Vooruithelpen with some of the pronouns.

  • Ik hielp hem vooruit in zijn studie.
  • Jij hielp je vrienden vooruit met hun project.
  • Hij hielp zijn collega's vooruit bij het oplossen van problemen.
  • Wij hielpen de gemeenschap vooruit door vrijwilligerswerk te doen.
  • Zij hielpen de klanten vooruit met hun vragen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Vooruithelpen with some of the pronouns.

  • Ik heb hem vooruitgeholpen in zijn studie.
  • Jij hebt je vrienden vooruitgeholpen met hun project.
  • Hij heeft zijn collega's vooruitgeholpen bij het oplossen van problemen.
  • Wij hebben de gemeenschap vooruitgeholpen door vrijwilligerswerk te doen.
  • Zij hebben de klanten vooruitgeholpen met hun vragen.