smouzen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | smous | smousde | heb gesmousd |
jij, je, u | smoust | smousde | hebt gesmousd |
hij, zij, het | smoust | smousde | heeft gesmousd |
wij | smouzen | smousden | hebben gesmousd |
jullie | smouzen | smousden | hebben gesmousd |
zij, ze | smouzen | smousden | hebben gesmousd |
PresensBeta
Example presens sentences for Smouzen with some of the pronouns.
- Ik smouz
- Jij smouzt
- Hij smouzt met zijn vrienden.
- Wij smouzen graag over films.
- Zij smouzen in het geheim.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Smouzen with some of the pronouns.
- Ik smouzde
- Jij smouzde
- Hij smouzde met zijn vrienden.
- Wij smouzden graag over films.
- Zij smouzden in het geheim.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Smouzen with some of the pronouns.
- Ik heb gesmouzd
- Jij hebt gesmouzd
- Hij heeft met zijn vrienden gesmouzd.
- Wij hebben graag over films gesmouzd.
- Zij hebben in het geheim gesmouzd.