aanstichten
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | sticht aan | stichtte aan | heb aangesticht |
jij, je, u | sticht aan | stichtte aan | hebt aangesticht |
hij, zij, het | sticht aan | stichtte aan | heeft aangesticht |
wij | stichten aan | stichtten aan | hebben aangesticht |
jullie | stichten aan | stichtten aan | hebben aangesticht |
zij, ze | stichten aan | stichtten aan | hebben aangesticht |
PresensBeta
Example presens sentences for Aanstichten with some of the pronouns.
- Ik sticht aan door mooie verhalen te vertellen.
- Jij sticht aan met jouw enthousiasme.
- Hij/zij/het sticht aan met zijn/haar creatieve ideeën.
- Wij stichten aan door samen te werken.
- Jullie stichten aan door mensen te inspireren.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Aanstichten with some of the pronouns.
- Ik stichtte aan met mijn woorden van motivatie.
- Jij stichtte aan door anderen te betrekken.
- Hij/zij/het stichtte aan met zijn/haar leiderschap.
- Wij stichtten aan tijdens het evenement.
- Jullie stichtten aan met jullie sterke visie.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Aanstichten with some of the pronouns.
- Ik heb aansticht gehad tot een interessant debat.
- Jij hebt aansticht gegeven tot een succesvolle verandering.
- Hij/zij/het heeft aansticht geboden voor een nieuw project.
- Wij hebben aansticht veroorzaakt in de maatschappij.
- Jullie hebben aansticht gemaakt voor een positieve sfeer.