humaniseren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | humaniseer | humaniseerde | heb gehumaniseerd |
jij, je, u | humaniseert | humaniseerde | hebt gehumaniseerd |
hij, zij, het | humaniseert | humaniseerde | heeft gehumaniseerd |
wij | humaniseren | humaniseerden | hebben gehumaniseerd |
jullie | humaniseren | humaniseerden | hebben gehumaniseerd |
zij, ze | humaniseren | humaniseerden | hebben gehumaniseerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Humaniseren with some of the pronouns.
- Ik humaniseer de samenleving.
- Jij humaniseert het onderwijs.
- Hij/Zij/Het humaniseert de werkomgeving.
- Wij humaniseren de zorgsector.
- Jullie humaniseren de stadsplanning.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Humaniseren with some of the pronouns.
- Ik humaniseerde de politiek.
- Jij humaniseerde de economie.
- Hij/Zij/Het humaniseerde de infrastructuur.
- Wij humaniseerden de cultuur.
- Jullie humaniseerden de normen en waarden.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Humaniseren with some of the pronouns.
- Ik heb de maatschappij gehumaniseerd.
- Jij hebt het systeem gehumaniseerd.
- Hij/Zij/Het heeft de organisatie gehumaniseerd.
- Wij hebben de processen gehumaniseerd.
- Jullie hebben de communicatie gehumaniseerd.