socialiseren

Conjugations List of Socialiseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iksocialiseersocialiseerdeheb gesocialiseerd
jij, je, usocialiseertsocialiseerdehebt gesocialiseerd
hij, zij, hetsocialiseertsocialiseerdeheeft gesocialiseerd
wijsocialiserensocialiseerdenhebben gesocialiseerd
julliesocialiserensocialiseerdenhebben gesocialiseerd
zij, zesocialiserensocialiseerdenhebben gesocialiseerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Socialiseren with some of the pronouns.

  • Ik socialiseer graag met mijn vrienden.
  • Hij socialiseert regelmatig op feestjes.
  • Zij socialiseren vaak tijdens hun lunchpauze.
  • We socialiseren met nieuwe collega's na het werk.
  • Jullie socialiseren veel op sociale evenementen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Socialiseren with some of the pronouns.

  • Vroeger socialiseerde ik altijd met mijn buren.
  • Hij socialiseerde regelmatig in die bar.
  • Zij socialiseerden vaak tijdens hun studietijd.
  • We socialiseerden met onze familie tijdens de vakanties.
  • Jullie socialiseerden veel in die periode.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Socialiseren with some of the pronouns.

  • Ik heb gisteravond met mijn vrienden gesocialiseerd.
  • Hij heeft al eerder op dat feestje gesocialiseerd.
  • Zij hebben vorige maand veel gesocialiseerd.
  • We hebben met de nieuwe collega's gesocialiseerd tijdens de introductieweek.
  • Jullie hebben vorig jaar op dezelfde plek gesocialiseerd.