sovjetiseren
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | sovjetiseer | sovjetiseerde | heb gesovjetiseerd |
| jij, je, u | sovjetiseert | sovjetiseerde | hebt gesovjetiseerd |
| hij, zij, het | sovjetiseert | sovjetiseerde | heeft gesovjetiseerd |
| wij | sovjetiseren | sovjetiseerden | hebben gesovjetiseerd |
| jullie | sovjetiseren | sovjetiseerden | hebben gesovjetiseerd |
| zij, ze | sovjetiseren | sovjetiseerden | hebben gesovjetiseerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Sovjetiseren with some of the pronouns.
- Ik sovjetiseer de lesstof voor mijn studenten.
- Jij sovjetiseert de politieke situatie in jouw argument.
- Hij/Zij sovjetiseert de economie van het land.
- Wij sovjetiseren het denken over onderwijsmethoden.
- Zij sovjetiseren de bedrijfsstructuur om efficiënter te werken.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Sovjetiseren with some of the pronouns.
- Ik sovjetiseerde de lesstof voor mijn studenten.
- Jij sovjetiseerde de politieke situatie in jouw argument.
- Hij/Zij sovjetiseerde de economie van het land.
- Wij sovjetiseerden het denken over onderwijsmethoden.
- Zij sovjetiseerden de bedrijfsstructuur om efficiënter te werken.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Sovjetiseren with some of the pronouns.
- Ik heb de lesstof gesovjetiseerd voor mijn studenten.
- Jij hebt de politieke situatie in jouw argument gesovjetiseerd.
- Hij/Zij heeft de economie van het land gesovjetiseerd.
- Wij hebben het denken over onderwijsmethoden gesovjetiseerd.
- Zij hebben de bedrijfsstructuur gesovjetiseerd om efficiënter te werken.