wegwissen

Conjugations List of Wegwissen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikwis wegwiste wegheb weggewist
jij, je, uwist wegwiste weghebt weggewist
hij, zij, hetwist wegwiste wegheeft weggewist
wijwissen wegwisten weghebben weggewist
julliewissen wegwisten weghebben weggewist
zij, zewissen wegwisten weghebben weggewist

Presens

Example presens sentences for Wegwissen with some of the pronouns.

  • Ik wis de tekst weg.
  • Jij wist de fouten weg.
  • Hij/Zij wist de gegevens weg.
  • Wij wissen de onnodige informatie weg.
  • Jullie wissen de bestanden weg.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Wegwissen with some of the pronouns.

  • Ik wiste de tekst weg.
  • Jij wiste de fouten weg.
  • Hij/Zij wiste de gegevens uit.
  • Wij wisten de onnodige informatie weg.
  • Jullie wisten de bestanden weg.

Perfectum

Example perfectum sentences for Wegwissen with some of the pronouns.

  • Ik heb de tekst weggeveegd.
  • Jij hebt de fouten weggehaald.
  • Hij/Zij heeft de gegevens uitgewist.
  • Wij hebben de onnodige informatie gewist.
  • Jullie hebben de bestanden verwijderd.