specificeren
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | specificeer | specificeerde | heb gespecificeerd |
| jij, je, u | specificeert | specificeerde | hebt gespecificeerd |
| hij, zij, het | specificeert | specificeerde | heeft gespecificeerd |
| wij | specificeren | specificeerden | hebben gespecificeerd |
| jullie | specificeren | specificeerden | hebben gespecificeerd |
| zij, ze | specificeren | specificeerden | hebben gespecificeerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Specificeren with some of the pronouns.
- Ik specificeer de vereisten voor het project.
- Jij specificeert de details van de opdracht.
- Hij specificeert de technische specificaties.
- Zij specificeert haar wensen en behoeften.
- Wij specificeren de benodigde materialen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Specificeren with some of the pronouns.
- Ik specificeerde de vereisten voor het project.
- Jij specificeerde de details van de opdracht.
- Hij specificeerde de technische specificaties.
- Zij specificeerde haar wensen en behoeften.
- Wij specificeerden de benodigde materialen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Specificeren with some of the pronouns.
- Ik heb de vereisten voor het project gespecificeerd.
- Jij hebt de details van de opdracht gespecificeerd.
- Hij heeft de technische specificaties gespecificeerd.
- Zij heeft haar wensen en behoeften gespecificeerd.
- Wij hebben de benodigde materialen gespecificeerd.