spelemeien

Conjugations List of Spelemeien.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikspelemeispelemeideheb gespelemeid
jij, je, uspelemeitspelemeidehebt gespelemeid
hij, zij, hetspelemeitspelemeideheeft gespelemeid
wijspelemeienspelemeidenhebben gespelemeid
julliespelemeienspelemeidenhebben gespelemeid
zij, zespelemeienspelemeidenhebben gespelemeid

Presens
Beta

Example presens sentences for Spelemeien with some of the pronouns.

  • Ik spelemei elke dag met mijn vrienden.
  • Jij spelemeit graag bordspellen in je vrije tijd.
  • Hij/Zij spelemeit vaak computerspelletjes.
  • Wij spelemeien samen in het park.
  • Jullie spelemeien fanatiek tijdens het sporten.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Spelemeien with some of the pronouns.

  • Vroeger spelemeide ik altijd met mijn buurjongen.
  • Toen jij jong was, spelemeide je veel buiten.
  • Hij/Zij spelemeide als kind met zijn/haar broers en zussen.
  • Wij spelemeiden vaak verstoppertje in de tuin.
  • Jullie spelemeiden urenlang op het strand.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Spelemeien with some of the pronouns.

  • Ik heb gespelemeid met mijn broer gisteravond.
  • Jij hebt al veel gespelemeid sinds we begonnen zijn.
  • Hij/Zij heeft nooit gespelemeid in zijn/haar leven.
  • Wij hebben samen gespelemeid in het weekend.
  • Jullie hebben te lang gespelemeid en moeten nu studeren.