spinzen

Conjugations List of Spinzen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikspinsspinsdeheb gespinsd
jij, je, uspinstspinsdehebt gespinsd
hij, zij, hetspinstspinsdeheeft gespinsd
wijspinzenspinsdenhebben gespinsd
julliespinzenspinsdenhebben gespinsd
zij, zespinzenspinsdenhebben gespinsd

Presens

Example presens sentences for Spinzen with some of the pronouns.

  • Ik spinz.
  • Jij spintst.
  • Hij/Zij/Het spinzt.
  • Wij spinnen.
  • Jullie spinzen.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Spinzen with some of the pronouns.

  • Ik spinzde.
  • Jij spinzde.
  • Hij/Zij/Het spinzde.
  • Wij spinzden.
  • Jullie spinzden.

Perfectum

Example perfectum sentences for Spinzen with some of the pronouns.

  • Ik heb gespinz.
  • Jij hebt gespinz.
  • Hij/Zij/Het heeft gespinz.
  • Wij hebben gespinz.
  • Jullie hebben gespinz.