stampvoeten

Conjugations List of Stampvoeten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikstampvoetstampvoetteheb gestampvoet
jij, je, ustampvoetstampvoettehebt gestampvoet
hij, zij, hetstampvoetstampvoetteheeft gestampvoet
wijstampvoetenstampvoettenhebben gestampvoet
julliestampvoetenstampvoettenhebben gestampvoet
zij, zestampvoetenstampvoettenhebben gestampvoet

Presens
Beta

Example presens sentences for Stampvoeten with some of the pronouns.

  • Ik stampvoet door de kamer van frustratie.
  • Jij stampvoet omdat je je zin niet krijgt.
  • Hij/Zij stampvoet als een boze peuter.
  • Wij stampvoeten uit vreugde over de overwinning.
  • Zij stampvoeten op de maat van de muziek.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Stampvoeten with some of the pronouns.

  • Ik stampvoette vroeger vaak als kind.
  • Jij stampvoette toen je boos was.
  • Hij/Zij stampvoette elke keer als iets niet lukte.
  • Wij stampvoetten altijd als we onze zin niet kregen.
  • Zij stampvoetten samen in protest tegen de beslissing.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Stampvoeten with some of the pronouns.

  • Ik heb gestampvoet toen ik het slechte nieuws hoorde.
  • Jij bent gaan stampvoeten nadat je verloor.
  • Hij/Zij is driftig gestampvoet in de winkel.
  • Wij hebben al veel gestampvoet tijdens onze reis.
  • Zij hebben flink gestampvoet op het concert gisteravond.