stileren

Conjugations List of Stileren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikstileerstileerdeheb gestileerd
jij, je, ustileertstileerdehebt gestileerd
hij, zij, hetstileertstileerdeheeft gestileerd
wijstilerenstileerdenhebben gestileerd
julliestilerenstileerdenhebben gestileerd
zij, zestilerenstileerdenhebben gestileerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Stileren with some of the pronouns.

  • Ik stileer mijn haar elke ochtend.
  • Jij stileert je kleding altijd zo mooi.
  • Hij stileert de tuin met prachtige bloemen.
  • Zij stileert de woonkamer in een moderne stijl.
  • Wij stileren onze presentaties zorgvuldig.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Stileren with some of the pronouns.

  • Vroeger stileerde ik mijn haar altijd anders.
  • Toen jij jong was, stileerde je je kleding op een unieke manier.
  • Hij stileerde de tuin regelmatig voordat hij verhuisde.
  • Zij stileerde de woonkamer vaak met vintage meubels.
  • Wij stileerden onze presentaties vroeger minder nauwkeurig.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Stileren with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn haar gestileerd voor het feest.
  • Jij hebt je kleding prachtig gestileerd voor de bruiloft.
  • Hij heeft de tuin met bloemen gestileerd.
  • Zij heeft de woonkamer in een nieuwe stijl gestileerd.
  • Wij hebben onze presentaties zorgvuldig gestileerd.