omhooglopen
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | loop omhoog | liep omhoog | ben omhooggelopen |
| jij, je, u | loopt omhoog | liep omhoog | bent omhooggelopen |
| hij, zij, het | loopt omhoog | liep omhoog | is omhooggelopen |
| wij | lopen omhoog | liepen omhoog | zijn omhooggelopen |
| jullie | lopen omhoog | liepen omhoog | zijn omhooggelopen |
| zij, ze | lopen omhoog | liepen omhoog | zijn omhooggelopen |
PresensBeta
Example presens sentences for Omhooglopen with some of the pronouns.
- Ik loop omhoog.
- Jij loopt omhoog.
- Hij/Zij/Het loopt omhoog.
- Wij lopen omhoog.
- Jullie lopen omhoog.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Omhooglopen with some of the pronouns.
- Ik liep omhoog.
- Jij liep omhoog.
- Hij/Zij/Het liep omhoog.
- Wij liepen omhoog.
- Jullie liepen omhoog.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Omhooglopen with some of the pronouns.
- Ik ben omhooggelopen.
- Jij bent omhooggelopen.
- Hij/Zij/Het is omhooggelopen.
- Wij zijn omhooggelopen.
- Jullie zijn omhooggelopen.