defragmenteren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | defragmenteer | defragmenteerde | heb gedefragmenteerd |
jij, je, u | defragmenteert | defragmenteerde | hebt gedefragmenteerd |
hij, zij, het | defragmenteert | defragmenteerde | heeft gedefragmenteerd |
wij | defragmenteren | defragmenteerden | hebben gedefragmenteerd |
jullie | defragmenteren | defragmenteerden | hebben gedefragmenteerd |
zij, ze | defragmenteren | defragmenteerden | hebben gedefragmenteerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Defragmenteren with some of the pronouns.
- Ik defragmenteer de harde schijf elke maand.
- Jij defragmenteert je computer regelmatig.
- Hij/zij defragmenteert de bestanden voor het optimaliseren van de prestaties.
- Wij defragmenteren de gegevens om de toegangstijd te verbeteren.
- Jullie defragmenteren de schijven met behulp van speciale software.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Defragmenteren with some of the pronouns.
- Vroeger defragmenteerde ik mijn harde schijf handmatig.
- Toen jij die oude computer had, defragmenteerde je regelmatig.
- Hij/zij defragmenteerde de bestanden altijd voordat hij/zij ging werken.
- Vroeger defragmenteerden wij onze computers dagelijks.
- Jullie defragmenteerden de schijven vaak tijdens het weekend.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Defragmenteren with some of the pronouns.
- Ik heb de harde schijf gedefragmenteerd na het installeren van nieuwe software.
- Jij hebt je computer al eens gedefragmenteerd, toch?
- Hij/zij heeft de bestanden onlangs gedefragmenteerd voor betere prestaties.
- Wij hebben de gegevens meerdere keren gedefragmenteerd om de snelheid te verhogen.
- Jullie hebben de schijven vorige maand gedefragmenteerd en het verschil is merkbaar.