stilhouden

Conjugations List of Stilhouden.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikhou stilhield stilheb stilgehouden
jij, je, uhoudt stilhield stilhebt stilgehouden
hij, zij, hethoudt stilhield stilheeft stilgehouden
wijhouden stilhielden stilhebben stilgehouden
julliehouden stilhielden stilhebben stilgehouden
zij, zehouden stilhielden stilhebben stilgehouden

Presens
Beta

Example presens sentences for Stilhouden with some of the pronouns.

  • Ik houd stil tijdens de vergadering.
  • Jij houdt stil als de leraar praat.
  • Hij/Zij houdt stil wanneer de muziek begint.
  • Wij houden stil in de bibliotheek.
  • Jullie houden stil tijdens de repetitie.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Stilhouden with some of the pronouns.

  • Ik hield stil toen de bel ging.
  • Jij hield stil tijdens de pauze.
  • Hij/Zij hield stil terwijl ik uitlegde.
  • Wij hielden stil bij het overlijdensbericht.
  • Jullie hielden stil tijdens de ceremonie.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Stilhouden with some of the pronouns.

  • Ik heb stilgehouden tijdens de vergadering.
  • Jij hebt stilgehouden toen ik sprak.
  • Hij/Zij heeft stilgehouden terwijl de telefoon overging.
  • Wij hebben stilgehouden in de klas.
  • Jullie hebben stilgehouden tijdens het optreden.