straatracen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | straatrace | straatracete | heb gestraatracet |
jij, je, u | straatracet | straatracete | hebt gestraatracet |
hij, zij, het | straatracet | straatracete | heeft gestraatracet |
wij | straatracen | straatraceten | hebben gestraatracet |
jullie | straatracen | straatraceten | hebben gestraatracet |
zij, ze | straatracen | straatraceten | hebben gestraatracet |
PresensBeta
Example presens sentences for Straatracen with some of the pronouns.
- Ik straatrace regelmatig in mijn vrije tijd.
- Jij straatracet te snel en onveilig.
- Hij of zij straatracet met vrienden op zaterdagavonden.
- Wij straatracen soms in de stad.
- Zij straatracen illegaal op afgelegen wegen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Straatracen with some of the pronouns.
- Vroeger straatracete ik veel met mijn vrienden.
- Toen ik jong was, straatraceten we op verlaten wegen.
- Hij of zij straatracete stiekem zonder toestemming.
- Wij straatraceten elke zomer in de buurt.
- Zij straatraceten regelmatig tot laat in de nacht.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Straatracen with some of the pronouns.
- Ik heb gestraatracet op die nieuwe snelweg.
- Jij bent te vaak betrapt op straatracen.
- Hij of zij heeft meegedaan aan een grote straatrace.
- Wij hebben illegaal gestraatracet in de binnenstad.
- Zij zijn al eerder beboet voor straatracen.