aansjouwen

Conjugations List of Aansjouwen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iksjouw aansjouwde aanheb aangesjouwd
jij, je, usjouwt aansjouwde aanhebt aangesjouwd
hij, zij, hetsjouwt aansjouwde aanheeft aangesjouwd
wijsjouwen aansjouwden aanhebben aangesjouwd
julliesjouwen aansjouwden aanhebben aangesjouwd
zij, zesjouwen aansjouwden aanhebben aangesjouwd

Presens
Beta

Example presens sentences for Aansjouwen with some of the pronouns.

  • Ik aanschouw de prachtige zonsondergang.
  • Jij aanschouwt het kunstwerk met bewondering.
  • Hij/zij aanschouwt de drukke stad vanaf het balkon.
  • Wij aanschouwen de bloeiende bloemen in de tuin.
  • Jullie aanschouwen de indrukwekkende architectuur van het gebouw.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Aansjouwen with some of the pronouns.

  • Ik aanschouwde de bruisende menigte op het plein.
  • Jij aanschouwde de serene rust van het platteland.
  • Hij/zij aanschouwde de levendige markt met interesse.
  • Wij aanschouwden de betoverende sterrenhemel in stilte.
  • Jullie aanschouwden de prachtige zonsopgang vanaf het strand.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Aansjouwen with some of the pronouns.

  • Ik heb het spectaculaire vuurwerk aanschouwd.
  • Jij hebt de voorstelling aanschouwd en genoten.
  • Hij/zij heeft de historische bezienswaardigheden aanschouwd.
  • Wij hebben de majestueuze bergen aanschouwd tijdens onze vakantie.
  • Jullie hebben de kleurrijke parade aanschouwd en meegedanst.