resulteren

Conjugations List of Resulteren.
	Presens	Imperfectum	Perfectum
ik	resulteer	resulteerde	heb geresulteerd
jij, je, u	resulteert	resulteerde	hebt geresulteerd
hij, zij, het	resulteert	resulteerde	heeft geresulteerd
wij	resulteren	resulteerden	hebben geresulteerd
jullie	resulteren	resulteerden	hebben geresulteerd
zij, ze	resulteren	resulteerden	hebben geresulteerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Resulteren with some of the pronouns.

Het resulteert in een positieve uitkomst.
De nieuwe strategie resulteert in hogere winstcijfers.
De inspanningen van het team resulteren in succesvolle projecten.
De veranderingen in het bedrijf resulteren in een verbeterde werkcultuur.
De maatregelen die genomen worden, resulteren in een veiligere omgeving.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Resulteren with some of the pronouns.

De maatregelen resulteerden niet in het gewenste effect.
Tijdens de vorige poging resulteerde het experiment in een mislukking.
De economische crisis resulteerde in veel ontslagen.
De slechte weersomstandigheden resulteerden in vertragingen.
Het gebrek aan communicatie resulteerde in verwarring en misverstanden.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Resulteren with some of the pronouns.

De aanpassingen hebben geresulteerd in betere prestaties.
De investering heeft geresulteerd in aanzienlijke groei van het bedrijf.
Het onderzoek heeft geresulteerd in nieuwe inzichten.
De samenwerking met andere organisaties heeft geresulteerd in innovatieve oplossingen.
De implementatie van de nieuwe software heeft geresulteerd in efficiëntere processen.

Random Verbs