vereeuwigen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | vereeuwig | vereeuwigde | heb vereeuwigd |
jij, je, u | vereeuwigt | vereeuwigde | hebt vereeuwigd |
hij, zij, het | vereeuwigt | vereeuwigde | heeft vereeuwigd |
wij | vereeuwigen | vereeuwigden | hebben vereeuwigd |
jullie | vereeuwigen | vereeuwigden | hebben vereeuwigd |
zij, ze | vereeuwigen | vereeuwigden | hebben vereeuwigd |
PresensBeta
Example presens sentences for Vereeuwigen with some of the pronouns.
- Ik vereeuwig het moment met mijn camera.
- Jij vereeuwigt je herinneringen in een dagboek.
- Hij/Zij vereeuwigt zijn/haar naam in de geschiedenisboeken.
- Wij vereeuwigen onze liefde met een tattoo.
- Jullie vereeuwigen de prestaties van het team op video.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Vereeuwigen with some of the pronouns.
- Ik vereeuwigde het moment met mijn camera.
- Jij vereeuwigde je herinneringen in een dagboek.
- Hij/Zij vereeuwigde zijn/haar naam in de geschiedenisboeken.
- Wij vereeuwigden onze liefde met een tattoo.
- Jullie vereeuwigden de prestaties van het team op video.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Vereeuwigen with some of the pronouns.
- Ik heb het moment vereeuwigd met mijn camera.
- Jij hebt je herinneringen in een dagboek vereeuwigd.
- Hij/Zij heeft zijn/haar naam in de geschiedenisboeken vereeuwigd.
- Wij hebben onze liefde met een tattoo vereeuwigd.
- Jullie hebben de prestaties van het team op video vereeuwigd.