overlaten

Conjugations List of Overlaten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iklaat overliet overheb overgelaten
jij, je, ulaat overliet overhebt overgelaten
hij, zij, hetlaat overliet overheeft overgelaten
wijlaten overlieten overhebben overgelaten
jullielaten overlieten overhebben overgelaten
zij, zelaten overlieten overhebben overgelaten

Presens
Beta

Example presens sentences for Overlaten with some of the pronouns.

  • Ik laat de afwas altijd aan mijn partner over.
  • Hij laat zijn huiswerk vaak aan zijn ouders over.
  • Wij laten de organisatie van het evenement aan een professioneel team over.
  • Jullie laten de zorg voor de kinderen aan de oppas over.
  • De directeur laat de beslissingen aan zijn managers over.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Overlaten with some of the pronouns.

  • Vroeger liet ik altijd het koken aan mijn moeder over.
  • Toen ik ziek was, liet mijn collega het werk voor mij over.
  • In het verleden lieten we de logistiek aan een andere partij over.
  • Jullie lieten vroeger de marketingstrategie aan een extern bureau over.
  • De voormalige directeur liet de bedrijfsvoering aan zijn assistenten over.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Overlaten with some of the pronouns.

  • Ik heb de taak aan mijn collega overgelaten.
  • Hij heeft de verantwoordelijkheid voor het project aan mij overgelaten.
  • Wij hebben de leidinggevende taken aan een nieuwe medewerker overgelaten.
  • Jullie hebben de financiĆ«le administratie aan een externe boekhouder overgelaten.
  • De eigenaar heeft de dagelijkse operaties aan het managementteam overgelaten.