doorverkopen

Conjugations List of Doorverkopen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverkoop doorverkocht doorheb doorverkocht
jij, je, uverkoopt doorverkocht doorhebt doorverkocht
hij, zij, hetverkoopt doorverkocht doorheeft doorverkocht
wijverkopen doorverkochten doorhebben doorverkocht
jullieverkopen doorverkochten doorhebben doorverkocht
zij, zeverkopen doorverkochten doorhebben doorverkocht

Presens
Beta

Example presens sentences for Doorverkopen with some of the pronouns.

  • Ik verkoop mijn oude boeken door.
  • Jij verkoopt je fiets door aan je buurman.
  • Hij verkoopt het huis door voor een hogere prijs.
  • Zij verkopen de tickets door aan andere geïnteresseerden.
  • Wij verkopen de overgebleven voorraad door aan een groothandel.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Doorverkopen with some of the pronouns.

  • Vroeger verkocht ik mijn zelfgemaakte sieraden door op markten.
  • Toen hij jong was, verkocht hij kranten door in zijn buurt.
  • In die tijd verkochten ze tweedehands kleding door in een kleine winkel.
  • Als kind verkochten we limonade door aan voorbijgangers.
  • Elke zomer verkochten zij aardbeien door vanuit hun tuin.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Doorverkopen with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn oude telefoon doorverkocht.
  • Jij hebt je oude meubels doorverkocht op Marktplaats.
  • Hij heeft de gestolen goederen doorverkocht aan een heler.
  • Zij hebben de tickets doorverkocht aan hun vrienden.
  • Wij hebben de overtollige voorraad doorverkocht aan een andere winkel.