alkyleren

Conjugations List of Alkyleren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikalkyleeralkyleerdeheb gealkyleerd
jij, je, ualkyleertalkyleerdehebt gealkyleerd
hij, zij, hetalkyleertalkyleerdeheeft gealkyleerd
wijalkylerenalkyleerdenhebben gealkyleerd
julliealkylerenalkyleerdenhebben gealkyleerd
zij, zealkylerenalkyleerdenhebben gealkyleerd

Presens

Example presens sentences for Alkyleren with some of the pronouns.

  • Ik alkyler
  • Jij alkyleert
  • Hij/Zij alkyleert
  • Wij alkleren
  • Jullie alkleren

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Alkyleren with some of the pronouns.

  • Ik alkylerde
  • Jij alkyleerde
  • Hij/Zij alkyleerde
  • Wij alkyleerden
  • Jullie alkyleerden

Perfectum

Example perfectum sentences for Alkyleren with some of the pronouns.

  • Ik heb gealkyleerd
  • Jij hebt gealkyleerd
  • Hij/Zij heeft gealkyleerd
  • Wij hebben gealkyleerd
  • Jullie hebben gealkyleerd