kickboksen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | kickboks | kickbokste | heb gekickbokst |
jij, je, u | kickbokst | kickbokste | hebt gekickbokst |
hij, zij, het | kickbokst | kickbokste | heeft gekickbokst |
wij | kickboksen | kickboksten | hebben gekickbokst |
jullie | kickboksen | kickboksten | hebben gekickbokst |
zij, ze | kickboksen | kickboksten | hebben gekickbokst |
PresensBeta
Example presens sentences for Kickboksen with some of the pronouns.
- Ik kickboks regelmatig in mijn vrije tijd.
- Hij kickbokst al jaren en heeft veel ervaring.
- Zij kickboksen samen in dezelfde sportschool.
- Wij kickboksen om fit te blijven.
- Jullie kickboksen op hoog niveau en nemen deel aan wedstrijden.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Kickboksen with some of the pronouns.
- Vroeger kickbokste ik elke week met mijn vrienden.
- Hij kickbokste als een professional voordat hij geblesseerd raakte.
- Zij kickboksten vaak samen en genoten van de trainingen.
- Wij kickboksten intensief om ons voor te bereiden op het gevecht.
- Jullie kickboksten fanatiek tijdens de wedstrijd.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Kickboksen with some of the pronouns.
- Ik heb gekickbokst tijdens mijn vakantie in Thailand.
- Hij heeft al vele tegenstanders verslagen in de ring.
- Zij hebben samen getraind voordat ze aan het toernooi deelnamen.
- Wij hebben de technieken van het kickboksen geoefend.
- Jullie hebben veel geleerd sinds jullie begonnen met kickboksen.