overgeven
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | geef over | gaf over | heb overgegeven |
jij, je, u | geeft over | gaf over | hebt overgegeven |
hij, zij, het | geeft over | gaf over | heeft overgegeven |
wij | geven over | gaven over | hebben overgegeven |
jullie | geven over | gaven over | hebben overgegeven |
zij, ze | geven over | gaven over | hebben overgegeven |
PresensBeta
Example presens sentences for Overgeven with some of the pronouns.
- Ik geef me over aan de situatie.
- Jij geeft je over aan de verleidingen.
- Hij geeft zich over aan zijn passie.
- Zij geeft zich over aan het genot.
- Wij geven ons over aan de muziek.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Overgeven with some of the pronouns.
- Ik gaf me over aan de verleidingen van het leven.
- Jij gaf je over aan je dromen.
- Hij gaf zich over aan zijn woede.
- Zij gaf zich over aan haar verdriet.
- Wij gaven ons over aan de drukte van de stad.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Overgeven with some of the pronouns.
- Ik heb me overgegeven aan mijn angsten.
- Jij hebt je overgegeven aan je emoties.
- Hij heeft zich overgegeven aan zijn twijfels.
- Zij heeft zich overgegeven aan de veranderingen.
- Wij hebben ons overgegeven aan de vermoeidheid.