stutten

Conjugations List of Stutten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikstutstutteheb gestut
jij, je, ustutstuttehebt gestut
hij, zij, hetstutstutteheeft gestut
wijstuttenstuttenhebben gestut
julliestuttenstuttenhebben gestut
zij, zestuttenstuttenhebben gestut

Presens
Beta

Example presens sentences for Stutten with some of the pronouns.

  • Ik stut
  • Jij stut
  • Hij/Zij/Het stut
  • Wij stutten
  • Jullie stutten
  • Zij stutten

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Stutten with some of the pronouns.

  • Ik stutte
  • Jij stutte
  • Hij/Zij/Het stutte
  • Wij stutten
  • Jullie stutten
  • Zij stutten

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Stutten with some of the pronouns.

  • Ik heb gestut
  • Jij hebt gestut
  • Hij/Zij/Het heeft gestut
  • Wij hebben gestut
  • Jullie hebben gestut
  • Zij hebben gestut