misgunnen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | misgun | misgunde | heb misgund |
jij, je, u | misgunt | misgunde | hebt misgund |
hij, zij, het | misgunt | misgunde | heeft misgund |
wij | misgunnen | misgunden | hebben misgund |
jullie | misgunnen | misgunden | hebben misgund |
zij, ze | misgunnen | misgunden | hebben misgund |
PresensBeta
Example presens sentences for Misgunnen with some of the pronouns.
- Ik misgun hem zijn succes.
- Jij misgunt haar die mooie auto.
- Hij misgunt ons de overwinning.
- Zij misgunnen mij mijn geluk.
- Wij misgunnen jullie het plezier.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Misgunnen with some of the pronouns.
- Ik misgunde hem zijn succes.
- Jij misgunde haar die mooie auto.
- Hij misgunde ons de overwinning.
- Zij misgunden mij mijn geluk.
- Wij misgunden jullie het plezier.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Misgunnen with some of the pronouns.
- Ik heb hem zijn succes misgund.
- Jij hebt haar die mooie auto misgund.
- Hij heeft ons de overwinning misgund.
- Zij hebben mij mijn geluk misgund.
- Wij hebben jullie het plezier misgund.