verzinnelijken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verzinnelijk | verzinnelijkte | heb verzinnelijkt |
jij, je, u | verzinnelijkt | verzinnelijkte | hebt verzinnelijkt |
hij, zij, het | verzinnelijkt | verzinnelijkte | heeft verzinnelijkt |
wij | verzinnelijken | verzinnelijkten | hebben verzinnelijkt |
jullie | verzinnelijken | verzinnelijkten | hebben verzinnelijkt |
zij, ze | verzinnelijken | verzinnelijkten | hebben verzinnelijkt |
PresensBeta
Example presens sentences for Verzinnelijken with some of the pronouns.
- Ik verzinnelijk
- Jij verzinnelijkt
- Hij/Zij verzinnelijkt
- Wij verzinnelijken
- Jullie verzinnelijken
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verzinnelijken with some of the pronouns.
- Ik verzinnelijkte
- Jij verzinnelijkte
- Hij/Zij verzinnelijkte
- Wij verzinnelijkten
- Jullie verzinnelijkten
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verzinnelijken with some of the pronouns.
- Ik heb verzinnelijkt
- Jij hebt verzinnelijkt
- Hij/Zij heeft verzinnelijkt
- Wij hebben verzinnelijkt
- Jullie hebben verzinnelijkt