onttoveren

Conjugations List of Onttoveren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikonttoveronttoverdeheb onttoverd
jij, je, uonttovertonttoverdehebt onttoverd
hij, zij, hetonttovertonttoverdeheeft onttoverd
wijonttoverenonttoverdenhebben onttoverd
jullieonttoverenonttoverdenhebben onttoverd
zij, zeonttoverenonttoverdenhebben onttoverd

Presens
Beta

Example presens sentences for Onttoveren with some of the pronouns.

  • Ik onttover elke dag mijn tuin.
  • Jij onttovert de sfeer met je glimlach.
  • Hij onttovert graag goocheltrucs voor zijn vrienden.
  • Zij onttoveren de magie van het verhaal tijdens het voorlezen.
  • Wij onttoveren oude voorwerpen en geven ze een nieuwe betekenis.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Onttoveren with some of the pronouns.

  • Vroeger onttoverde ik vaak mijn speelgoed om te zien hoe het werkte.
  • Toen ik jong was, onttoverde jij altijd de angst in mijn hart.
  • Hij onttoverde lang geleden een vloek die op het dorp rustte.
  • In mijn kindertijd onttoverden wij samen de monsters onder ons bed.
  • Elke nacht onttoverden zij de nachtmerries met hun zachte stemmen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Onttoveren with some of the pronouns.

  • Ik heb de vloek onttoverd en de prins bevrijd.
  • Jij hebt de betoverde ketting onttoverd.
  • Hij heeft de boze geest onttoverd met een oud ritueel.
  • Zij hebben de magische spreuk onttoverd door de juiste woorden te vinden.
  • Wij hebben het kasteel onttoverd en de schatten teruggevonden.