innen

Conjugations List of Innen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikinindeheb geïnd
jij, je, uintindehebt geïnd
hij, zij, hetintindeheeft geïnd
wijinnenindenhebben geïnd
jullieinnenindenhebben geïnd
zij, zeinnenindenhebben geïnd

Presens

Example presens sentences for Innen with some of the pronouns.

  • Ik innen de betalingen elke maand.
  • Jij int het geld bij de klanten.
  • Hij/zij int regelmatig belastingen.
  • Wij innen de huur voor het pand.
  • Jullie innen de contributie voor de vereniging.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Innen with some of the pronouns.

  • Vroeger inde ik alle betalingen zelf.
  • Jij inde het geld altijd op tijd.
  • Hij/zij inde vroeger belastingen voor de overheid.
  • Wij inden de huur van verschillende panden.
  • Jullie inden de contributie jaarlijks.

Perfectum

Example perfectum sentences for Innen with some of the pronouns.

  • Ik heb de facturen geïnd gisteren.
  • Jij hebt het geld van de klant geïnd.
  • Hij/zij heeft de verschuldigde bedragen geïnd.
  • Wij hebben de openstaande rekeningen geïnd.
  • Jullie hebben de betalingen correct geïnd.