vergroten

Conjugations List of Vergroten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikvergrootvergrootteheb vergroot
jij, je, uvergrootvergroottehebt vergroot
hij, zij, hetvergrootvergrootteheeft vergroot
wijvergrotenvergroottenhebben vergroot
jullievergrotenvergroottenhebben vergroot
zij, zevergrotenvergroottenhebben vergroot

Presens

Example presens sentences for Vergroten with some of the pronouns.

  • Ik vergroot mijn kennis door te lezen.
  • Hij vergroot zijn kansen door hard te werken.
  • Zij vergroot haar vaardigheden met elke training.
  • Wij vergroten onze invloed door samen te werken.
  • Jullie vergroten jullie horizon door te reizen.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Vergroten with some of the pronouns.

  • Vroeger vergrootte ik mijn kennis door boeken te lezen.
  • Hij vergrootte altijd zijn kansen met slimme strategieĆ«n.
  • Zij vergrootte haar vaardigheden tijdens haar vorige baan.
  • Wij vergrootten onze invloed in de afgelopen jaren.
  • Jullie vergrootten jullie horizon tijdens die reis.

Perfectum

Example perfectum sentences for Vergroten with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn kennis vergroot door veel te studeren.
  • Hij heeft zijn kansen vergroot met zijn uitstekende presentatie.
  • Zij heeft haar vaardigheden vergroot door een cursus te volgen.
  • Wij hebben onze invloed vergroot door een succesvol project.
  • Jullie hebben jullie horizon vergroot door nieuwe culturen te ervaren.