kijken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | kijk | keek | heb gekeken |
jij, je, u | kijkt | keek | hebt gekeken |
hij, zij, het | kijkt | keek | heeft gekeken |
wij | kijken | keken | hebben gekeken |
jullie | kijken | keken | hebben gekeken |
zij, ze | kijken | keken | hebben gekeken |
PresensBeta
Example presens sentences for Kijken with some of the pronouns.
- Ik kijk naar de prachtige zonsondergang.
- Jij kijkt graag naar films.
- Hij kijkt altijd naar sportwedstrijden op televisie.
- Zij kijken naar een interessante documentaire.
- Wij kijken uit het raam en genieten van het uitzicht.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Kijken with some of the pronouns.
- Vroeger keek ik veel naar tekenfilms.
- Toen ik jong was, keek ik vaak naar kinderprogramma's.
- Hij keek altijd naar het nieuws om op de hoogte te blijven.
- Zij keken samen naar romantische films op vrijdagavond.
- Wij keken vroeger naar oude familiefoto's.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Kijken with some of the pronouns.
- Ik heb naar een spannende film gekeken in de bioscoop.
- Jij bent naar een tentoonstelling van moderne kunst gaan kijken.
- Hij heeft al vele series op Netflix bekeken.
- Zij hebben naar een live concert van hun favoriete band gekeken.
- Wij zijn naar een voetbalwedstrijd gaan kijken in het stadion.