subordineren

Conjugations List of Subordineren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iksubordineersubordineerdeheb gesubordineerd
jij, je, usubordineertsubordineerdehebt gesubordineerd
hij, zij, hetsubordineertsubordineerdeheeft gesubordineerd
wijsubordinerensubordineerdenhebben gesubordineerd
julliesubordinerensubordineerdenhebben gesubordineerd
zij, zesubordinerensubordineerdenhebben gesubordineerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Subordineren with some of the pronouns.

  • Ik subordineer de zin naar het hoofdonderwerp.
  • Jij subordineert de bijzin in de zin.
  • Hij/zij subordineert elke zin om de betekenis te verduidelijken.
  • Wij subordineren de tekst om structuur aan te brengen.
  • Jullie subordineren tijdens het schrijven van een essay.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Subordineren with some of the pronouns.

  • Ik subordineerde de zin naar het hoofdonderwerp.
  • Jij subordineerde de bijzin in de zin.
  • Hij/zij subordineerde elke zin om de betekenis te verduidelijken.
  • Wij subordineerden de tekst om structuur aan te brengen.
  • Jullie subordineerden tijdens het schrijven van een essay.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Subordineren with some of the pronouns.

  • Ik heb de zin naar het hoofdonderwerp gesubordineerd.
  • Jij hebt de bijzin in de zin gesubordineerd.
  • Hij/zij heeft elke zin gesubordineerd om de betekenis te verduidelijken.
  • Wij hebben de tekst gesubordineerd om structuur aan te brengen.
  • Jullie hebben gesubordineerd tijdens het schrijven van een essay.