systematiseren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | systematiseer | systematiseerde | heb gesystematiseerd |
jij, je, u | systematiseert | systematiseerde | hebt gesystematiseerd |
hij, zij, het | systematiseert | systematiseerde | heeft gesystematiseerd |
wij | systematiseren | systematiseerden | hebben gesystematiseerd |
jullie | systematiseren | systematiseerden | hebben gesystematiseerd |
zij, ze | systematiseren | systematiseerden | hebben gesystematiseerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Systematiseren with some of the pronouns.
- Ik systematiseer de gegevens voor het onderzoek.
- Jij systematiseert je gedachten voordat je begint te schrijven.
- Hij systematiseert zijn takenlijst elke ochtend.
- Wij systematiseren de informatie in verschillende categorieën.
- Jullie systematiseren de documenten volgens een specifieke methode.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Systematiseren with some of the pronouns.
- Ik systematiseerde de gegevens voor het onderzoek.
- Jij systematiseerde je gedachten voordat je begon te schrijven.
- Hij systematiseerde zijn takenlijst elke ochtend.
- Wij systematiseerden de informatie in verschillende categorieën.
- Jullie systematiseerden de documenten volgens een specifieke methode.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Systematiseren with some of the pronouns.
- Ik heb de gegevens gesystematiseerd voor het onderzoek.
- Jij hebt je gedachten gesystematiseerd voordat je begon te schrijven.
- Hij heeft zijn takenlijst elke ochtend gesystematiseerd.
- Wij hebben de informatie in verschillende categorieën gesystematiseerd.
- Jullie hebben de documenten volgens een specifieke methode gesystematiseerd.