terugdenken

Conjugations List of Terugdenken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdenk terugdacht terugheb teruggedacht
jij, je, udenkt terugdacht terughebt teruggedacht
hij, zij, hetdenkt terugdacht terugheeft teruggedacht
wijdenken terugdachten terughebben teruggedacht
julliedenken terugdachten terughebben teruggedacht
zij, zedenken terugdachten terughebben teruggedacht

Presens
Beta

Example presens sentences for Terugdenken with some of the pronouns.

  • Ik denk terug aan mijn vakantie.
  • Jij denkt terug aan de goede oude tijd.
  • Hij/zij denkt terug aan zijn/haar jeugd.
  • Wij denken terug aan het feest van gisteravond.
  • Zij denken terug aan de mooie herinneringen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Terugdenken with some of the pronouns.

  • Ik dacht terug aan mijn jeugd.
  • Jij dacht terug aan de vakantie van vorig jaar.
  • Hij/zij dacht terug aan de tijd dat hij/zij studeerde.
  • Wij dachten terug aan onze eerste ontmoeting.
  • Zij dachten terug aan de momenten dat ze samen lachten.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Terugdenken with some of the pronouns.

  • Ik heb teruggedacht aan mijn jeugd.
  • Jij hebt teruggedacht aan de vorige vergadering.
  • Hij/zij heeft teruggedacht aan de reis naar Frankrijk.
  • Wij hebben teruggedacht aan de tijd dat we samenwerkten.
  • Zij hebben teruggedacht aan de gebeurtenissen van vorig jaar.