terugkoppelen

Conjugations List of Terugkoppelen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikkoppel terugkoppelde terugheb teruggekoppeld
jij, je, ukoppelt terugkoppelde terughebt teruggekoppeld
hij, zij, hetkoppelt terugkoppelde terugheeft teruggekoppeld
wijkoppelen terugkoppelden terughebben teruggekoppeld
julliekoppelen terugkoppelden terughebben teruggekoppeld
zij, zekoppelen terugkoppelden terughebben teruggekoppeld

Presens
Beta

Example presens sentences for Terugkoppelen with some of the pronouns.

  • Ik koppel regelmatig terug aan mijn collega's over de voortgang van het project.
  • Hij koppelt altijd direct terug wanneer hij een e-mail ontvangt.
  • Wij koppelen de resultaten van het onderzoek terug aan de klant.
  • Jullie koppelen te weinig terug naar het managementteam.
  • Zij koppelen regelmatig feedback terug aan hun docent.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Terugkoppelen with some of the pronouns.

  • Vroeger koppelde ik altijd direct terug, maar nu neem ik er meer tijd voor.
  • Hij koppelde regelmatig terug tijdens zijn vorige baan.
  • Wij koppelden de problemen met de software altijd snel terug aan de ontwikkelaars.
  • Jullie koppelden vaak terug naar de klanten, maar nu lijkt het minder frequent te gebeuren.
  • Zij koppelden de voortgang van het project regelmatig terug aan de opdrachtgever.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Terugkoppelen with some of the pronouns.

  • Ik heb gisteren de belangrijke punten teruggekoppeld tijdens de vergadering.
  • Hij heeft de klant zojuist teruggekoppeld over de status van zijn bestelling.
  • Wij hebben vorige week de feedback van de klanten teruggekoppeld aan het ontwikkelingsteam.
  • Jullie hebben de resultaten van het marktonderzoek niet correct teruggekoppeld.
  • Zij hebben de suggesties van de teamleden teruggekoppeld naar het management.