vervetten
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | vervet | vervette | ben vervet |
jij, je, u | vervet | vervette | bent vervet |
hij, zij, het | vervet | vervette | is vervet |
wij | vervetten | vervetten | zijn vervet |
jullie | vervetten | vervetten | zijn vervet |
zij, ze | vervetten | vervetten | zijn vervet |
PresensBeta
Example presens sentences for Vervetten with some of the pronouns.
- Ik vet mijn schoenen in.
- Jij vet de fietsketting in.
- Hij vet de pannen in.
- Wij vetten het leer in.
- Zij vetten de machine in.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Vervetten with some of the pronouns.
- Ik vetten mijn schoenen in.
- Jij vetten de fietsketting in.
- Hij vetten de pannen in.
- Wij vetten het leer in.
- Zij vetten de machine in.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Vervetten with some of the pronouns.
- Ik heb mijn schoenen ingevet.
- Jij hebt de fietsketting ingevet.
- Hij heeft de pannen ingevet.
- Wij hebben het leer ingevet.
- Zij hebben de machine ingevet.