terugzoeken

Conjugations List of Terugzoeken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikzoek terugzocht terugheb teruggezocht
jij, je, uzoekt terugzocht terughebt teruggezocht
hij, zij, hetzoekt terugzocht terugheeft teruggezocht
wijzoeken terugzochten terughebben teruggezocht
julliezoeken terugzochten terughebben teruggezocht
zij, zezoeken terugzochten terughebben teruggezocht

Presens
Beta

Example presens sentences for Terugzoeken with some of the pronouns.

  • Ik zoek terug naar mijn sleutels.
  • Jij zoekt terug wat er is gebeurd.
  • Hij/Zij zoekt terug in zijn/haar herinneringen.
  • Wij zoeken terug naar de verloren tijd.
  • Zij zoeken terug naar de oorsprong van de traditie.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Terugzoeken with some of the pronouns.

  • Ik zocht terug in mijn herinneringen.
  • Jij zocht terug naar een oude foto.
  • Hij/Zij zocht terug naar zijn/haar jeugdvrienden.
  • Wij zochten terug naar de oude tijden.
  • Zij zochten terug in de geschiedenisboeken.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Terugzoeken with some of the pronouns.

  • Ik heb teruggezocht in mijn aantekeningen.
  • Jij hebt teruggezocht naar de juiste informatie.
  • Hij/Zij heeft teruggezocht in het archief.
  • Wij hebben teruggezocht op het internet.
  • Zij hebben teruggezocht naar de verloren documenten.