toeknikken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | knik toe | knikte toe | heb toegeknikt |
jij, je, u | knikt toe | knikte toe | hebt toegeknikt |
hij, zij, het | knikt toe | knikte toe | heeft toegeknikt |
wij | knikken toe | knikten toe | hebben toegeknikt |
jullie | knikken toe | knikten toe | hebben toegeknikt |
zij, ze | knikken toe | knikten toe | hebben toegeknikt |
PresensBeta
Example presens sentences for Toeknikken with some of the pronouns.
- Ik knik toe naar mijn buurman.
- Jij knikt toe tijdens de vergadering.
- Hij knikt toe als teken van instemming.
- Zij knikt toe bij het horen van het goede nieuws.
- Wij knikken toe om onze waardering te tonen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Toeknikken with some of the pronouns.
- Ik knikte toe naar mijn buurman.
- Jij knikte toe tijdens de vergadering.
- Hij knikte toe als teken van instemming.
- Zij knikte toe bij het horen van het goede nieuws.
- Wij knikten toe om onze waardering te tonen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Toeknikken with some of the pronouns.
- Ik heb toegeknikt naar mijn buurman.
- Jij hebt toegeknikt tijdens de vergadering.
- Hij heeft toegeknikt als teken van instemming.
- Zij heeft toegeknikt bij het horen van het goede nieuws.
- Wij hebben toegeknikt om onze waardering te tonen.