toewenden
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | wend toe | wendde toe | heb toegewend |
| jij, je, u | wendt toe | wendde toe | hebt toegewend |
| hij, zij, het | wendt toe | wendde toe | heeft toegewend |
| wij | wenden toe | wendden toe | hebben toegewend |
| jullie | wenden toe | wendden toe | hebben toegewend |
| zij, ze | wenden toe | wendden toe | hebben toegewend |
PresensBeta
Example presens sentences for Toewenden with some of the pronouns.
- Ik wend me tot mijn studenten tijdens de les.
- Jij wendt je tot de nieuwe uitdagingen in het leven.
- Hij/zij/het wendt zich tot de wetenschap voor antwoorden.
- Wij wenden ons tot de experts voor advies.
- Jullie wenden je tot de technologie om problemen op te lossen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Toewenden with some of the pronouns.
- Ik wendde me tot mijn studenten tijdens de les.
- Jij wendde je tot de nieuwe uitdagingen in het leven.
- Hij/zij/het wendde zich tot de wetenschap voor antwoorden.
- Wij wendden ons tot de experts voor advies.
- Jullie wendden je tot de technologie om problemen op te lossen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Toewenden with some of the pronouns.
- Ik heb mij tot mijn studenten gewend tijdens de les.
- Jij hebt je tot de nieuwe uitdagingen in het leven gewend.
- Hij/zij/het heeft zich tot de wetenschap gewend voor antwoorden.
- Wij hebben ons tot de experts gewend voor advies.
- Jullie hebben je tot de technologie gewend om problemen op te lossen.